25/04/2024

Hoe help ik mijn kind zich te concentreren?

geen concentratie

geen concentratie

Mijn kind kan zich moeilijk concentreren

Kan jouw kind zich moeilijk concentreren? Springt hij bij het minste of geringste van zijn stoel? Of droomt hij binnen de kortste keren weg? Kan hij een uur boven een boek hangen zonder ook maar een idee te hebben van wat er op staat? Kan jouw kind, ook al is hij gemotiveerd, zijn aandacht er niet bij houden?

Zo kun je je kind helpen om zich te concentreren op bijvoorbeeld het huiswerk.

  1. Beperk de afleiding: zorg voor een rustige omgeving

  • leg de mobiel ergens anders, zet apparaten op stil
  • een rustige omgeving: een plek waar je kind niet wordt afgeleid door andere gezinsleden die erom heen lopen, bv een bureau op de slaapkamer of een werkkamer of kantoor.
  • een ‘lege’ werkplek: alle dingen die op een bureau liggen kunnen een bron zijn van afleiding, bijvoorbeeld een elastiekje of een poppetje. Of schoolboeken waar klasgenoten wat op de kaft hebben gezet.
  1. Zorg voor een goede planning en voor overzicht.

    Zodat je kind weet wat hij moet doen en er de rust is dat het goed komt. Maak een lijst per dag en spreek de volgorde af.

  1. Zorg voor veel structuur

  • vaste tijden om bijvoorbeeld huiswerk te maken of op te ruimen
  • ga er zo mogelijk bij zitten om te zorgen dat je kind gestructureerd kan werken
  • koop een agenda waarin je het huiswerk en andere plannen inplant
  1. Motivatie

    • Weet je kind waarvoor hij het doet? Wat schiet hij of zij ermee op om nu aan het werk te gaan?
    • Is de opdracht niet te makkelijk of te moeilijk?
    • Stel een beloning in het vooruitzicht, bijvoorbeeld een snoepje of een 2 minuten spelletje op de mobiel
  1. Een ‘leeg’ hoofd:

als je kind (emotioneel) in beslag wordt genomen door andere dingen, help dan het hoofd leeg te krijgen door er over te praten of schrijven of tekenen.

  1. gefocust in actie

    gefocust in actie

    Zorg voor genoeg ontspanning en beweging, zoals sport en buiten spelen

  1. Muziek of white noise.

    Sommige kinderen kunnen zich goed afsluiten van omgevingsgeluid door te luisteren naar rustige muziek of white noise. Dit laatste is een soort constant geruis waardoor je het geluid van de omgeving minder hoort.

 

Elk kind is verschillend. Het is een kwestie van uitproberen om uit te vinden wat bij jouw kind past.

Het moeilijkste stuk is om datgene wat werkt consequent vol te houden. Dat vraagt tijd en discipline.

Daarnaast kunnen er natuurlijk ook factoren zijn waardoor jouw kind het extra lastig vindt om zich te focussen, bijvoorbeeld door ADD of ADHD. Daarover later meer.

Behoefte aan een advies op maat of verdere begeleiding? Neem contact op via de website.

Waarom ADHD-ers baat hebben bij de methode Feuerstein Tactile (en anderen ook)

De Feuerstein Tactile werkbladen hebben reliëf, waardoor je de lijnen kunt voelen

De Feuerstein Tactile werkbladen hebben reliëf, waardoor je de lijnen kunt voelen

Ziet jouw zoon of dochter met ADHD alles? Wordt je zoon door elke vlieg in het lokaal afgeleid? Vindt je dochter het lastig om overzicht te krijgen van haar huiswerk? Is het bureau van je kind een chaos?

Het Feuerstein IE-Tactile programma helpt om de chaos de baas te worden.

ADHD: chaos in je hoofd

Die chaos die je aantreft bij kinderen en volwassenen met ADHD is vaak een afspiegeling van de chaos in het hoofd. Eén van de oorzaken van die chaos in het hoofd bij ADHD is de overgevoeligheid voor allerlei prikkels.

In het tijdperk van de jagers en de verzamelaars was het erg handig om gevoelig te zijn voor prikkels, want dan hoorde van verre het kraken van het takje onder de poten van een groot roofdier. Maar in ons dagelijks leven waarin we gebombardeerd worden door prikkels van de radio, ons mobieltje en reclame, is het lastig als je al die prikkels opvangt en ze niet buiten kunt sluiten. Als je scherpe oren hebt, hoor je niet alleen wat de docent zegt, maar ook wat alle anderen in de klas zeggen, dat je buurman met zijn pen tikt en dat buiten bladgezogen wordt. Geen wonder dat het soms lastig is je soms te concentreren!

Door al die prikkels lijkt je hoofd soms op een overvol pakhuis waar maar pakjes binnen blijven komen.

Er komen zoveel prikkels binnen dat je geen tijd hebt om al die pakketjes van informatie een plekje te geven. Ze buitelen over elkaar heen je hersen-pakhuis

Chaos in je hoofd is als een vol pakhuis

ADHD-ers ervaren soms chaos in hun hoofd. Dat lijkt dan net een vol pakhuis. Hoe orden je dat pakhuis?

binnen en ze komen allemaal schots en scheef door elkaar te leggen. Geen tijd om ze goed te bekijken, er een labeltje aan te doen en ze netjes op de goede plank te zetten. En er blijven maar pakjes binnenkomen. En dan moet je intussen ook nog de goede antwoorden geven op vragen die je gesteld worden.

Wat zou het mooi zijn om zelf weer de baas te worden over de prikkels. Om zelf te beslissen welke prikkels wel binnen komen en welke prikkels niet. Om de pakketjes die je hebben wilt te kunnen bekijken en ze een mooi etiketje te geven en ze op te bergen zodat je ze later weer terug kunt vinden. En aan het eind van de dag tevreden rondkijken in een opgeruimd pakhuis waar morgen weer ruimte is voor nieuwe pakketjes.

Feuerstein Tactile helpt om zelf de baas te worden over de prikkels

Het Feuerstein Tactile programma werkt met werkbladen die je op de tast doet. Wanneer je normaal gesproken naar een pagina kijkt, zie je de hele pagina in een keer, alles tegelijk. Maar waarschijnlijk zie je het niet zo precies.

Wanneer je op de tast moet werken, voel je maar een ding tegelijk en komen de prikkels na elkaar binnen in plaats van allemaal tegelijk. Hierdoor is het mogelijk om het object op de bladzijde (bijvoorbeeld een appel) goed en precies te voelen. Door het verwoorden van de eigenschappen en kenmerken wordt een mentaal plaatje gebouwd dat veel preciezer is dan bij oppervlakkige visuele waarneming. Ook kan de structuur van de bladzijde gevoeld worden: hoeveel vakken zijn er? Hoe is deze taak verdeeld over de bladzijde? Waar ga ik beginnen en hoe ga ik dit aanpakken?

Door het op de tast werken wordt het aantal prikkels sterk teruggebracht. Hierdoor ontstaat er een situatie waarin de leerling kan werken aan het nauwkeurig waarnemen. Ook kan hij leren om relevante details te selecteren en niet-relevante informatie te negeren. In de ‘gewone’ situatie komt de ADHD-leerling hier vaak domweg niet aan toe. Het kunnen selecteren van informatie en van prikkels is een van de sleutels om zelf weer baas te worden over de prikkels.

Deze vaardigheden veranderen de leerling van binnenuit, zodat het ook werkt als je niet op de tast werkt.

Je kunt je waarschijnlijk wel voorstellen dat het zo werkt als je geblinddoekt bent. Maar hoe gaat dat dan als je kind weer in de ‘normale’ situatie terugkomt, als het op school gewoon teksten moet lezen, er veel prikkels zijn, etc.?

Hier zie je het bijzondere van deze werkwijze: wanneer de leerling bij de tastwerkbladen op zoek gaat naar de structuur en zich vragen stelt om die structuur te achterhalen, ontstaat in hemzelf die behoefte aan structuur. Die behoefte blijft, ook als hij daarna weer gewoon op school zit. De leerling verandert zelf en kan in allerlei situaties beter omgaan met prikkels! Dat geeft een stuk meer rust.

Gun je jouw kind ook meer rust? Wil je hier meer over weten?  Neem dan contact op via het contactformulier.

Op Youtube geeft Todd Lambert in het Engels kort uitleg over het hoe en wat van Feuerstein Tactile. Voor dit luisterfragment, klik hier.

 

Waarom investeren in denkvaardigheden belangrijk is

Je kunt je soms zorgen maken over de toekomst van je kinderen.

Als je je zoon of dochter ziet verzanden in chaos, kun je je zorgen maken over hoe dat in de toekomst moet. Als je het idee hebt dat er weinig beklijft van wat je probeert mee te geven. Dan kun je je wel eens afvragen of het ooit goed gaat komen. Of er misschien een tijd komt dat hij minder ondersteuning van jou als ouder of van anderen nodig heeft.

Je wil dat je kind later gelukkig wordt.

Hoe wil je dat de toekomst van je kind er uit ziet? Natuurlijk wil je dat je zoon of dochter later gelukkig wordt. Je gunt hem een toekomst met een baan, met een gezin, met mensen om zich heen. Dat hij zichzelf kan redden, al dan niet door hulp te kunnen vragen en regelen waar dat nodig is. Wat heeft je kind daarvoor nodig?

Wat je vandaag leert, is morgen alweer verouderd.railway-station-555509_1280

Het is moeilijk in te schatten wat jouw dochter over 10 of over 20 jaar nodig heeft aan kennis. Onze maatschappij verandert steeds sneller. Nieuwe systemen en ontwikkelingen buitelen over elkaar heen. Vijftien jaar geleden hadden we nog nooit van de OV-chipkaart gehoord, inmiddels kun je bijna niet reizen zonder. Online-shopping wordt ook steeds gewoner.

Vroeger leerden mensen een vak en deden dat hun hele leven. Tegenwoordig is er bijna niemand die zijn leven lang hetzelfde werk doet. Sommige onderzoeken gaan er van uit dat mensen in de toekomst vijftien keer van baan of functie veranderen, waarbij het kan gaan om uiteenlopende beroepen. Om te kunnen werken in die flexibele samenleving moet je zelf ook flexibel zijn en steeds nieuwe dingen kunnen leren. Je moet je steeds kunnen aanpassen.

Daarom is het belangrijk dat je de vaardigheden hebt om je steeds te kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden. Dat je weet hoe je nieuwe apparaten of mogelijkheden kunt leren gebruiken.

Daarom worden denkvaardigheden steeds belangrijker.

Alle informatie is beschikbaar, maar hoe weet je hoe je bij de goede informatie komt, hoe je aan betrouwbare informatie kan komen. Hoe zorg je dat je niet alleen nu weet wat je moet doen? Hoe zorg je ervoor dat je je steeds kan blijven aanpassen?

Dan ligt de nadruk dus niet op kennis. De specialistische kennis die je vandaag nodig hebt voor je werk, is morgen alweer verouderd. Om je steeds aan te kunnen passen, moet je kunnen leren, moet je weten hoe je je kunt aanpassen. Je hebt een flexibele houding nodig om in te kunnen spelen op de steeds veranderende eisen in de maatschappij.

Wat je kind nu leert aan denkvaardigheden en flexibiliteit, bepaalt wat straks de mogelijkheden zijn.

Door niet alleen te investeren in inhoudelijke kennis, maar ook in denkvaardigheden, geef je je kind een goede voorbereiding op een zelfstandige toekomst. Eén van de manieren om aan denkvaardigheden te werken is het Feuerstein Programma. Meer weten over het Feuerstein Programma? Klik dan hier.

5 tips om je beter te kunnen concentreren

Wat is concentratie?

Waarom kan jouw kind wel urenlang een computerspelletje spelen, maar het lukt het steeds niet om te concentreren op het huiswerk? Hangt je zoon of dochter tijden boven dezelfde bladzijde zonder een idee te hebben wat er eigenlijk staat? Je vraagt je af waar hij zit met zijn gedachten. Is er sprake van concentratieproblemen?

Wat is concentratie eigenlijk? Als we zeggen dat iemand niet geconcentreerd is, bedoelen we dat diegene er met zijn hoofd niet bij is of zijn aandacht er niet bij kan houden. Maar is die persoon dan niet geconcentreerd? Als je zoon of dochter zich niet kan concentreren in de klas of tijdens het huiswerk maken, is je kind waarschijnlijk wel geconcentreerd, maar op iets heel anders. Hij denkt aan de toets wiskunde die hij net verknald heeft. Of hij is bezig met een confrontatie van thuis. Je kind kan zich dan best wel concentreren, maar de focus ligt bij andere zaken. Zo gezien is de vraag dus niet: hoe ga ik om met het concentratieprobleem van mijn kind, maar ‘hoe zorg ik dat  mijn kind zich kan (leren) focussen op datgene wat er nu toe doet.’.

Aan concentratie kun je wat doen! Het is te oefenen.

5 Tips om je beter te kunnen concentreren bij huiswerk:

Hieronder geef ik je alvast 5 tips die je kunt doorgeven aan je kind. Ze helpen om beter je aandacht te houden bij het huiswerk. Want dat is wat je kind nodig heeft. Ik heb ze zo geschreven dat je ze gemakkelijk samen kunt doornemen.

  1. Zorg dat je niet gestoord of afgeleid wordt.

    • Zet je mobieltje en andere apparaten met bliebjes uit.
    • Muziek kan helpen, juist om andere geluiden en afleiding buiten te sluiten, maar denk goed na over wat voor muziek je wilt luisteren. Liefst een beetje ‘saai’: zonder woorden, gelijkmatig qua volume en ritme, zodat je niet na een minuutje alweer zit mee te swingen.
    • Maak ruimte in je hoofd: andere dingen die je bezig houden opschrijven.
  2. Weet wat je moet doen.

    • Als je niet weet wat je moet doen, kom je niet vooruit. Naar je boek staren helpt niet.
    • Stel jezelf vragen: wat moet ik hier doen? Wat zoek ik? Wat moet ik weten om deze vraag te beantwoorden? Welke informatie heb ik? Waar kan ik uitleg vinden? Door deze vragen hardop of in gedachten aan jezelf te stellen, ga je veel beter focussen.
  3. Weet waarvoor je het doet.

    • Als je met moeilijke opdrachten bezig bent, denk aan wat het je oplevert. Verdeel het werk in stukjes en beloon jezelf.
    • Kijk af en toe terug: wat heb ik al gedaan, hoeveel heb ik al af? Neem een momentje om ervan te genieten.
  4. Wees actief bezig:

    • Als je alleen maar leest, kunnen je gedachten snel afdwalen. Wees daarom actief:
    • Stel jezelf voortdurend vragen: waar gaat dit over, wat moet ik doen, snap ik het, wat is hier het belangrijkst?
    • Onderstreep belangrijke woorden of passages of schrijf ze op een blaadje. Maak een samenvatting. Bedenk ezelsbruggetjes.
    • Visualiseer wat je leest: maak een plaatje van wat je leest.
  5. Zorg voor voldoende ontspanning en beweging.

    • Als je moe bent en te weinig uitrust of ontspant, kan het gebeuren dat je juist op het moment dat het rustig is en je wilt gaan leren, je erg ‘lui’ wordt en niet meer vooruit te branden bent. Door goed te rusten (lang genoeg slapen, maar ook een goed ritme van inspanning en ontspanning) blijf je lang fit en lekker bezig.
    • Door lekker te sporten of te bewegen voel je je beter en worden er stoffen (o.a. dopamine) aangemaakt waardoor je je beter kunt concentreren en je beter voelt.

Wil je de tips liever op papier?  Voor de tips in PDF: 5 Tips voor betere concentratie bij huiswerk

Omdat het best een lange lijst is, is het voor sommigen misschien al een concentratie-oefening op zich. Pak er verschillende kleuren markeer stift bij en kleur de aandachtspunten:

  • groen: maak die stukken groen waarvan jullie samen denken dat ze al goed gaan,
  • oranje: de punten die soms wel, soms niet goed gaan of waarover jullie van mening verschillen
  • rood: de punten die nu niet goed gaan.

Het zijn natuurlijk veel punten, misschien teveel om alles in één keer tegelijk te gaan doen. Kies dan die tips uit of die aandachtspunten die het meest van toepassing zijn.

Veel succes bij het bespreken én echt gebruiken van de tips. Pas als je het ook echt gaat doen, gaat er iets veranderen.

Als je dit oefent met je zoon of dochter en je ziet geen vooruitgang, laat het mij dan weten. Er speelt dan mogelijk meer. Hiervoor kun je gebruik maken van het contactformulier.

Hoe help je jouw kind bij het maken van een huiswerkplanning?

huiswerkplanning

planning geeft overzicht

Het belang van een goede huiswerkplanning

Een goede planning is belangrijk. Dat geldt zowel als je kind nu op de lagere school zit in groep 8 en langzamerhand meer huiswerk krijgt als dat je zoon of dochter in VWO 6 een toetsweek of tentamenweek moet voorbereiden. Het beste is om er zo vroeg mogelijk mee te beginnen. Plannen is namelijk iets dat je moet leren.

Een goede huiswerkplanning helpt jouw kind om te weten wat het moet doen en hoe het dat gaat aanpakken.

Hoe maak je zo’n planning?

Hoe help je jouw kind hiermee zodat hij of zij het gemakkelijker heeft, meer kan focussen op de inhoud en het daardoor beter doet op school?

Plannen gaat niet vanzelf. En als je het nooit hebt geleerd weet je vaak niet hoe je dat moet aanpakken. Het is dan ook niet realistisch te verwachten dat leerlingen – van welke leeftijd dan ook -wel zomaar uit zichzelf gaan plannen en dat ze dat gelijk de eerste keer kunnen.

Het goede nieuws is dat je kunt oefenen met plannen en dat je het je kind kunt leren.

Download hier een eenvoudig basisformulier dat je kan helpen de dingen op een rij te zetten: voorbeeld to do list en planning

Om je samen op weg te helpen geef ik hier een eenvoudig stappenplan om een planning te maken. Eerst in het kort, daarna met uitleg bij elke stap.

Stappenplan voor een planning:

  1. Wat: Breng zo precies mogelijk in kaart wat er moet gebeuren.
  2. Wanneer: Breng in kaart welke tijd beschikbaar: hoeveel en wanneer.
  3. Kies: Maak keuzes, stel je prioriteiten vast.
  4. Wat wanneer: Deel de verschillende taken of onderdelen in op een bepaalde tijd.
  5. Controleer: Controleer of je planning duidelijk en realistisch is:
  6. Doen: Gebruik je planning en houd je eraan. Neem af en toe een moment om te kijken of je nog op schema ligt, of dat je toch misschien nog dingen moet aanpassen.

 

  1. Wat: Breng zo precies mogelijk in kaart wat er moet gebeuren.
    • Schrijf per vak op wat er moet gebeuren.
    • Maak een soort boodschappenbriefje waar alle onderdelen opstaan, zodat je onderdelen gemakkelijk kan verdelen en zodat je daarop af kan strepen en je precies kan zien hoever je bent
    • Voorbeeld: Engels toets unit 6
      • Leren woordjes 6A B C E en F (dus niet alleen “unit 6” of “woordjes”)
      • Zinnetjes / Stones: E, H
      • Grammatica blz 54, 67 en 68
    • schat in hoeveel tijd het je kost om een bepaald onderdeel te maken of te leren
  2. Breng in kaart welke tijd beschikbaar is: hoeveel en wanneer.
    • Hoe laat ben ik vrij? Heb ik nog andere activiteiten (sport, muziek, bijbaantje, …)
    • Voorbeeld:
      • Maandag 00-17.00u     19.00-20.00u
      • Dinsdag 30-16.30u
      • Woensdag 30-18.00u     19.00-20.30u
      • Donderdag 30-17.00u
      • Vrijdag 00-17.00u
  1. Kies: Maak keuzes, stel je prioriteiten vast.
    • Als je veel moet doen in weinig tijd, moet je flink doorwerken
    • Als je niet genoeg tijd hebt, moet je kiezen: wat doe ik in ieder geval, wat kijk ik alleen even over?
  2. Wat wanneer: Deel de verschillende taken of onderdelen in op een bepaalde tijd.
    • Besluit welk vak of welk onderdeel je wanneer gaat doen. Schrijf dat precies op
      • Voorbeeld: maandag 15.00-17.00
        1. Engels: l w A+B, gramm 54;
        2. Natuurkunde 5.1 en 5.2
  1. Controleer: Controleer of je planning duidelijk en realistisch is:
    • Duidelijk: weet je wat je wanneer precies moet doen?
    • Realistisch: staat er niet teveel op een bepaald vak? Lukt dit of is het eigenlijk niet mogelijk? Als het eigenlijk niet kan, pas je planning aan. Misschien moet je keuzes maken van wat wel of niet. Hoe beter je inschat hoeveel tijd iets je kost, hoe makkelijker het wordt om je planning straks ook echt uit te voeren.
  2. Doen: Nu heb je een planning en komt misschien nog wel het moeilijkste stuk: je moet je er ook aan houden. Hou je planning bij de hand en kijk regelmatig of je nog op schema zit of dat je wat moet aanpassen.

Plannen moet je samen oefenen. Hoe vaker je het doet, hoe beter het zal lukken en hoe meer het je helpt.

Je eigen kinderen helpen met plannen kan moeilijk zijn. Omdat plannen lastig is, staan de meeste kinderen niet te springen om het maken van een planning. Bovendien willen tieners nu eenmaal minder aannemen van hun ouders.

Lukt het niet om consequent met je kind te plannen en wil je hier hulp bij? Neem contact op via het contactformulier.

Wanneer plannen soms extra lastig is.

Natuurlijk is zo’n stappenplan niet voor iedereen genoeg. Naast de oefening die het kost, kunnen er factoren zijn in de aanleg van jouw kind, die plannen extra lastig maken. In mijn begeleiding kom ik regelmatig kinderen tegen die bijvoorbeeld vanwege hun ASS moeite hebben met plannen. Dan ben je er niet met het geven van een papier met een stappenplan.

Voor leerlingen met ASS is plannen lastig omdat ze rekening moeten houden met veel aspecten tegelijk en ze moeite hebben met het houden van het overzicht. Ze lopen aan tegen allerlei onzekere factoren en er moeten veel keuzes worden gemaakt, waardoor ze kunnen vastlopen. Het is dus logisch dat het hen moeite kost om te plannen. Ook geldt vaak dat weten hoe je moet plannen, niet betekent dat je het ook automatisch doet. Deze leerlingen hebben langere tijd een steuntje in de rug nodig om de boel op een rijtje te zetten. In de huiswerkbegeleiding maak ik standaard samen met de leerlingen een planning. Stapje voor stapje slijten we er een goede gewoonte in om op een rijtje te zetten wat er moet gebeuren en hoe je dat gaat doen.

Wil je meer weten? Neem contact op via het contactformulier.

Leren leren: input, verwerking en output

Soms denk je dat je iets goed hebt geleerd, maar krijg je toch een onvoldoende. Hoe komt dat? Leren: we gebruiken het woord vaak, maar wat bedoelen we eigenlijk met leren en hoe gaat dat in zijn werk?

Bij leren gebeurt er van alles in je hoofd. Wat deftiger gezegd: er spelen allerlei cognitieve functies een rol. Bijvoorbeeld goed waarnemen, systematisch zoeken, vergelijken, plannen, het leggen van verbanden en relaties en formuleren. En zo kunnen er nog veel meer dingen genoemd worden.

De 3 aangrijpingspunten om te leren leren

Omdat er zoveel gebeurt, is het handig om de denkprocessen grofweg in drie fasen op te delen: de input, de verwerking en de output. Bij de input gaat het om het verzamelen van de informatie. Bij de verwerking gaat het om wat er met die informatie gebeurt om het te begrijpen, het probleem op te lossen of een vraag te kunnen beantwoorden en de informatie op te slaan. Bij de output gaat het om alles wat nodig is om het antwoord of de uitkomst te presenteren.

Dit lijkt niet zo bijzonder, het is een bekend schema. Toch is het handig, omdat het een sleutel biedt om wat er gebeurt bij het denken grofweg te analyseren. Als je bijvoorbeeld denkt dat je je repetitie aardrijkskunde goed hebt geleerd, maar je krijgt toch een onvoldoende, waar ligt het dan aan? Je kunt dan kijken naar de input. Misschien heb je alles wel doorgelezen, maar heb je niet de tijd genomen om stil te staan bij de precieze formulering van begrippen. Of was je aan het eind van het hoofdstuk minder geconcentreerd en nam je minder informatie op. Als je let op naar de verwerking, kun je vragen stellen als: heb ik de relevante informatie eruit gehaald, of alleen de dingen die ik interessant en leuk vond. Of: heb ik begrippen met elkaar vergeleken. Snapte ik goed waar het om ging. Heb ik aandacht besteed aan opsommingen? Ook output kun je oefenen bij het leren: goed formuleren van begrippen door jezelf te (laten) overhoren en te controleren of je antwoord geeft op de vraag die je wordt gesteld.

Door te denken aan input, verwerking en output snap je beter waar je jezelf nog kunt verbeteren in het leren. Heb je hierover vragen of wil je reageren op dit artikel? Laat dan hieronder een bericht achter of neem persoonlijk contact op.